De Gemeente Den Haag is alsnog bereid om "in uitzonderlijke gevallen" geld beschikbaar te stellen voor de aanschaf van nieuwe Stolpersteine, maar alleen als "alle andere mogelijkheden zijn onderzocht en zonder resultaat zijn gebleven." Een oproep hiertoe van de ChristenUnie/SGP werd in juli door een meerderheid van de gemeenteraad ondersteund.

Stolpersteine, oftewel 'struikelstenen', worden gelegd voor huizen waar mensen woonden die slachtoffer werden van het nationaal-socialisme rond en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Elke steen draagt een messing plaatje met daarop de naam, de geboortedatum, de deportatiedatum en plaats en eventueel de datum van overlijden van het slachtoffer. Het herinneringsproject werd in 1992 bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Hij plaatste de eerste steen voor het stadhuis in Keulen. Inmiddels zijn er ongeveer 110.000 Stolpersteine gelegd in 31 Europese landen, waarvan 539 in Den Haag.

Fractievoorzitter Judith Klokkenburg-Reedeker van de CU/SGP diende haar verzoek om maatwerk bij het plaatsen van Stolpersteine in nadat bleek dat een aanvraag van nabestaanden van zeven vermoorde Haagse politiek gevangenen bij de gemeente was afgewezen. Volgens de gemeente moeten de kosten van 132 euro per steen altijd door de aanvragers worden vergoed. De gemeente helpt wel kosteloos bij de plaatsing van de struikelstenen.

Na de aangenomen motie van Klokkenburg-Reedeker is de gemeente gaan praten met vertegenwoordiger van het Project Stolpersteine Den Haag. Die gaven aan over het voorstel te hebben gesproken met de kunstenaar Gunter Demnig en dat die van mening is dat de rol van gemeenten, buiten het faciliteren, zoveel als mogelijk beperkt moet blijven en deze zich bij voorkeur niet moeten mengen in het kunstproject, ook niet financieel.

Tekst gaat door onder foto.

Foto: Simone v.d. Meiden (X).

Nieuwe afspraken

In het verleden heeft het Haagse project vaker verzoeken ontvangen van aanvragers die aangaven onvoldoende financiële middelen tot hun beschikking te hebben om Stolpersteine te bekostigen. Het project heeft deze groep bijna altijd zelf kunnen helpen door geld in te zamelen via lokale media, bewonersorganisaties, buurtapps, stichtingen e.d.

De gemeente en het project hebben daarom nieuwe afspraken gemaakt. Als de gemeente signalen ontvangt dat een aanvrager geen of onvoldoende financiële middelen heeft om de aanschaf van één of meerdere Stolpersteine te bekostigen, wordt de aanvrager doorverwezen naar het project. Als die er "in uitzonderlijke gevallen" niet in slaagt financiering te vinden, zal de gemeente de betreffende Stolpersteine aanvragen en bekostigen. De gemeente stelt hiervoor jaarlijks een "bescheiden budget" beschikbaar.